donderdag 15 december 2011

Europese top

De Europese top van 8 en 9 december heeft tot resultaten geleid die door velen gekritiseerd worden, en terecht. Om verschillende redenen kunnen wij niet tevreden zijn met hetgeen de regeringsleiders hebben afgesproken.
  In de eerste plaats leidt het resultaat van de top tot een institutioneel gedrocht: een nieuw verdrag met 26 of minder lidstaten, dat in feite los staat van de Europese Unie. Wat is daarbij de rol van de Commissie en wat van het Hof van Justitie? Moet het Europees Parlement ook zeggenschap krijgen over de besluiten die onder dat nieuwe verdrag worden genomen? En mogen de EP-leden van het VK – en van de andere landen die niet meedoen – dan niet meestemmen? Als de Commissie en het Hof van Justitie wel enige rol in dat nieuwe verdrag kunnen krijgen, kunnen in de toekomst dan een willekeurig aantal lidstaten onderling een nieuw verdrag sluiten die een beroep doen op de capaciteit van deze instellingen?
  Los van deze institutionele bezwaren zijn er ook economische bezwaren. De afgesproken regels zijn te star en men kan zich afvragen of de voorgenomen sancties wel ooit zullen worden opgelegd. Van een bijna automatisme, zoals Premier Rutte in de Kamer zei, is geen sprake. En dat is maar goed ook. Daarvoor hoeven wij alleen maar naar het recente verleden te kijken.
  Als gevolg van de financiĆ«le crisis hadden in 2009 13 van de 17 eurolanden een tekort van meer dan 3%; Nederland had toen een tekort van 5,5%, na een overschot van 0,6% in 2008. Zouden onder die omstandigheden sancties worden opgelegd? Vermoedelijk niet, en terecht. In dat geval zou er sprake zijn van een uitzonderingssituatie als gevolg van de recessie. En als het nu slechts 8 van de 17 eurolanden zou betreffen? Volgens de top moeten er dan aan acht landen sancties worden opgelegd. Maar zal de Commissie dat doen? De door Rutte zo gewenste onafhankelijk begrotingscommissaris zal in dat geval ook kijken naar de economische omstandigheden, en tevens naar de politieke steun die hij binnen de Commissie heeft. Er zal veel meer politiek getouwtrek zijn dan nu in de afspraken wordt vastgelegd. En vermoedelijk zal aan kleine lidstaten eerder een sanctie worden opgelegd dan aan grote.
  Het Centraal Planbureau heeft deze week bekend gemaakt dat Nederland zich nu in een recessie bevindt. Het tekort zou hoger worden dan eerder geraamd en het kabinet maakt zich op om nog meer bezuinigingen door te voeren. De enige reden om dat te doen is omdat Nederland nu in Europees verband het “goede voorbeeld” zou moeten geven. Economisch bezien is het niet verstandig om in een neergaande conjunctuur te bezuinigen. Dat werkt alleen maar procyclisch. In 2008/2009 heeft Nederland – evenals vele andere landen - een verstandig beleid gevoerd door de automatische stabilisatoren te laten werken en dat heeft de gevolgen van de crisis gemitigeerd.
  Ook voor Europa is het niet verstandig als landen als Nederland en Duitsland al te hard op de rem trappen. Juist de overschotlanden moeten de economie in Europa op peil houden. Daarmee kunnen de zuidelijke lidstaten makkelijker hun problemen oplossen. Met al te starre en mechanische Europese regels wordt het beleid dat Europa nu juist nodig zou hebben, voorkomen. De strakke begrotingsregels zullen de crisis daardoor alleen maar verergeren en Europa in een diepe recessie duwen. Hoe belangrijk het ook is om een goed economisch beleid te voeren en structureel evenwicht op de begroting na te streven, op dit moment is het verstandiger daar flexibel mee om te gaan. En die flexibiliteit bieden de nieuwe regels ons niet.