dinsdag 26 juni 2012

Europese superstaat?

Zojuist heeft EU-president Herman van Rompuy zijn voorstellen gepubliceerd voor de Europese top van donderdag 28 en vrijdag 29 juni. Deze houden een verregaande overdracht van bevoegdheden aan Europa in, zonder de noodzakelijke democratische controle te versterken. Kortom: in sommige opzichten veel te ver, in andere opzichten te zwak.

Van Rompuy groepeert zijn voorstellen in vier verschillende blokken:

i)                    Toezicht op de financiële sector
Een Europees toezicht op de financiële sector is hard nodig en de voorstellen van Van Rompuy in dit opzicht zijn zinvol.

ii)                   Gemeenschappelijk begrotingsbeleid
De voorstellen van Van Rompuy voor een gemeenschappelijk begrotingsbeleid gaan veel te ver. Het komt er op neer dat Brussel straks specifieke maatregelen in Nederland kan afdwingen, bijvoorbeeld het invoeren van een forensentaks of het verlagen van h et minimumloon. Een dergelijke ingrijpende overdracht van bevoegdheden is niet nodig en past ook niet in het karakter van de Europese Unie. Het is effectiever om begrotingsdiscipline af te dwingen met meer marktconforme mechanismes. Voor een nadere onderbouwing zie: ‘Red Europa door discipline van de kapitaalmarkt’.

iii)                 Gemeenschappelijk economisch beleid
Van Rompuy stelt ook een verregaande coördinatie van het economisch beleid voor. Dat zou kunnen betekenen dat Europa kan afdwingen hoeveel vakantiedagen wij hebben of hoeveel uur per week wij mogen werken. Ook dat gaat veel te ver en is niet nodig.

iv)                 Versterken democratie
Op het terrein van de noodzakelijke versterking van de democratie en controle op de macht is  Van Rompuy veel te vaag. In plaats van een duidelijke versterking van het Europees Parlement door dit met Europese lijsten te laten kiezen, wil hij de democratie versterken door meer overleg tussen nationale parlementen. Dat leidt uiteindelijk tot meer macht voor de grotere lidstaten. Geen aantrekkelijke optie dus.

Kortom: Van Rompuy wil een Europese superstaat met nog meer macht voor bureaucraten. Geen aantrekkelijke optie, dus. Het lijkt nu alsof Europa alleen tussen twee kwaden kan kiezen: ofwel een Europese superstaat met verregaande overdracht van bevoegdheden, ofwel chaos en desintegratie. Dat is een verkeerde voorstelling van zaken: er zijn ook andere oplossingen mogelijk. Oplossingen die beter passen bij het wezen van Europa: een supranationaal verband van soevereine lidstaten. Dat is ook voor Nederland aantrekkelijker. Maar dat vraagt wel om een diepgaand inhoudelijk debat over Europa. En die ontbreekt tot nu toe.




maandag 25 juni 2012

Sombere economie en kabinetsformatie

Afgelopen vrijdag berichtte het CBS dat de consumptie in Nederland nu al bijna een jaar krimpt. De consumptieve bestedingen zijn al bijna een jaar onafgebroken lager dan een jaar eerder. In april waren de bestedingen aan duurzame goederen 9,2% lager dan in april 2011 en zelfs de uitgaven aan voeding lagen 2,3% onder het niveau van vorig jaar.

Mede als gevolg van de dalende consumptie presteert de Nederlandse economie nu al twee jaar slechter dan het gemiddelde van de euro-zone. En dat blijft voorlopig zo. Eén van de redenen dat Nederland zo slecht presteert is dat het kabinet – met steun van veel partijen in de Kamer – een somber beeld schetst en hard wil bezuinigen. Mensen worden daardoor terecht onzeker en houden dan de hand op de knip. Het gevolg is: minder bestedingen en dus minder economische groei en…. minder belastinginkomsten en dus een hoger begrotingstekort. De cirkel is rond: praat de economie de put in en het gebeurt vanzelf.

Staat de Nederlandse economie er dan zo slecht voor? In principe niet: Nederland kan goed concurreren, heeft een lage werkloosheid en een zeer productieve beroepsbevolking. Dat zie je onder meer aan het saldo van de lopende rekening van de betalingsbalans. Vorige week publiceerde De Nederlandsche Bank het resultaat van het eerste kwartaal: een overschot van 19 miljard euro, ofwel 13% van het bruto binnenlands product. Dat is uitzonderlijk hoog!

Wij geven in Nederland veel minder uit dan wij verdienen, vandaar dat overschot. Geen reden om somber te zijn, dus. Onder deze omstandigheden zou het het beste zijn om helemaal niets te doen. De bestedingen blijven dan op peil, de economische groei zal aantrekken en daardoor zal het overheidstekort verminderen. Tevens zal het overschot op de betalingsbalans minder groot zijn, wat ook goed is voor het herstel in Europa. Dat zal ook het vertrouwen van ondernemers en consumenten versterken.

In dat verband is een vergelijking met België interessant. België presteert de laatste jaren beter dan Nederland: de groei is hoger dan het Europees gemiddelde – en dus hoger dan Nederland – en het begrotingstekort is ook lager dan in Nederland.

België heeft na de verkiezingen van juni 2010 een kabinetsformatie van 541 dagen gehad. Misschien is de les uit deze vergelijking dat je beter geen regering kunt hebben dan een sombere regering?

http://www.libdem.nl/

dinsdag 19 juni 2012

Lafheid over Europa

CDA-leider Sybrand van Haersma Buma verwijt premier Rutte lafheid ten aanzien van Europa: ‘Premier is bang dat de PVV groter wordt dan de VVD’ stond vanmorgen in het AD. Een begrijpelijke angst: de VVD heeft immers al jaren geen duidelijke visie op Europa. Eerst heeft Rutte gepleit voor een ‘begrotingstsaar’ met verregaande bevoegdheden Die ‘begrotingstsaar’ is er nu, maar nu beweert Rutte dat er geen bevoegdheden aan Brussel zijn overgedragen. Het eerste is onbezonnenheid, het tweede lafheid.
De onbezonnenheid komt voort uit het gebrek aan visie over Europa. Als je niet weet waar je heen wilt (‘geen vergezichten’) en daar verder niet over wilt nadenken, is iedere stap die je neemt onbezonnen. Dat je niet voor je onbezonnen gedrag durft uit te komen, is lafheid.

De combinatie onbezonnenheid en lafheid komt bij meer partijen voor. Bijvoorbeeld D66. Deze partij is net zo onbezonnen ‘voor Europa’ als de PVV onbezonnen tegen is. Zo wil Alexander een politieke unie in Europa. Maar wat is dat precies? Niemand weet het! Pechtold wil onder meer dat de voorzitter van de Europese Commissie rechtstreeks door de bevolking gekozen wordt. Wie daar één keer over nadenkt, beseft dat dit geen goed idee is. Europa heeft meer democratie nodig en meer controle op de macht, maar dat doe je niet door één bureaucraat te laten kiezen. Daar is een veel evenwichtiger stelsel voor nodig. ‘Nu vooruit’ met Europa zonder te weten waar naartoe is even desastreus als stilstand. En als je iets wilt met Europa, durf er dan ook met anderen over te debatteren. Gisteren was Pechtold in Groningen bij studentenverenging Vindicat, waar hij de avond voor zichzelf had. Hij had aangegeven liever geen debat aan te gaan met andere politici. Begrijpelijk, als je niet goed weet wat je precies voorstelt. Ook hier de combinatie onbezonnenheid en lafheid.

Er wordt vaak gezegd dat Europa behoefte heeft aan leiderschap. Leiderschap betekent niet zomaar wat leuke ideetjes lanceren - en later weer intrekken - maar met een goed doordachte visie komen. En vooral deze visie uitdragen en de discussie aangaan.

Verhoging eigen risico zorg


Deze dagen vergadert de Tweede Kamer over het verplicht eigen risico in de zorg. De Kunduz-coalitie heeft besloten deze te verhogen van 220 naar 350 euro per persoon per jaar. Dat is een slecht idee en zal niet tot lagere zorgkosten leiden.
De zorgkosten zullen in de komende jaren fors toenemen. De vergrijzing speelt daarbij een rol, maar ook de wens van consumenten om bij ziekte de best mogelijke zorg te krijgen. Een zekere stijging van de zorgkosten is niet alleen onvermijdelijk, maar bevordert ook onze welvaart en zelfs de economische groei. Wanneer de bevolking gezond is kunnen immers meer mensen aan het economisch proces deelnemen. Kortom: de stijging van de zorgkosten is minder dramatisch dan vaak beweerd.
Dat neemt niet weg dat een excessieve stijging van de zorgkosten getemperd moet worden. De Kunduz-coalitie meent dat te moeten doen door een verhoging van het verplichte eigen risico. De gedachte is dat als je de eerste 350 euro aan zorgkosten zelf moet betalen, je minder zorg zult consumeren. Tot op zekere hoogte is dat juist. Maar het heeft ook twee nadelen. Ten eerste zal dat ook de zorgvraag afremmen voor mensen die het echt nodig hebben. Als je het bezoek aan de dokter uitstelt, loop je het risico het ten koste gaat van de gezondheid en dat de kosten later veel hoger zullen zijn. Ten tweede heeft het natuurlijk ook een effect op de zorgvraag wanneer het eigen risico eenmaal besteed is. Wie in een jaar al 350 euro heeft uitgegeven, zal voor de zekerheid nog een keer naar de oogarts gaan, een extra check-up laten doen of andere zorgconsumptie naar voren schuiven. Je betaalt er immers niets meer voor en als je het uitstelt naar volgend jaar, komen deze uitgaven geheel voor eigen rekening. Het eigen risico kan dus de vraag naar zorg doen toenemen.
Beter is het daarom een andere wijze van eigen bijdrage in te voeren. Als je bijvoorbeeld van iedere zorgconsumptie tot een maximum van 3000 euro 10%[1] zelf moet betalen, is uiteindelijk de eigen bijdrage 300 euro, maar worden de twee hier genoemde bezwaren ondervangen. De bijdrage is zo gering dat hij geen echte drempel zal zijn voor een tijdig bezoek aan de dokter, maar ook weer zodanig dat je je wel degelijk zult afvragen of je de betreffende zorg wel nodig hebt.
De plannen van de Kunduz-coalitie hebben dus meer nadelen dan voordelen.




[1] Als voorbeeld ; het kan ook 20% zijn over een maximum van 1500 euro

vrijdag 15 juni 2012

Kenniseconomie in de praktijk

Goed onderwijs is van groot belang voor de vrijheid van het individu. Je hebt immers goed onderwijs nodig om je talenten te ontdekken en te ontwikkelen, maar ook om je in onze steeds gecompliceerd wordende maatschappij staande te kunnen houden. Goed onderwijs is ook essentieel voor de kenniseconomie.
Alle politieke partijen zullen dus zeggen dat zij voor goed onderwijs zijn. De praktijk is echter anders. Vaak worden maatregelen bedacht die daar haaks op staan.
Voor middelbare scholen is een absurde discussie gevoerd over het aantal lesuren. Op zich is het terecht dat er normen worden gesteld en dat deze gecontroleerd worden. Maar waar scholieren terecht bezwaar tegen maakten is het verplicht aanwezig zijn wanneer geen les wordt gegeven teneinde zo het normaantal uren te halen, de zogeheten ophokplicht.
Ook wordt al jaren op de studiebeurs gekort. De studiebeurs is nu zodanig dat je als student bijbaantjes moet nemen om rond te kunnen komen. Dat gaat ten koste van de studie.
PvdA minister Plasterk heeft destijds ingesteld dat je voor een tweede studie extra collegegeld moet betalen. Dat is een zinloze en sterk ontmoedigende maatregel. Studenten die een tweede studie volgen, kosten meestal weinig extra geld aan de onderwijsinstelling, omdat zij vaak efficiënt van de geboden faciliteiten gebruik maken. Het volgen van een tweede studie verbreedt de horizon; dit zou je eerder moeten aanmoedigen dan afstraffen, zoals nu gebeurt.
Het kabinet-Rutte heeft bedacht om voor langstudeerders extra collegegeld te vragen, de zogenoemde langstudeerboete. Ook dat is een onzinnige maatregel. Langstudeerders kosten immers weinig extra geld aan de onderwijsinstelling en iedereen zal ook zonder een dergelijke boete trachten zijn studie zo snel mogelijk af te ronden.
Sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw moet je loten om geneeskunde te kunnen studeren. Een absurde maatregel die voor veel uitgelote studenten een carrière in de gezondheidszorg geblokkeerd heeft dan wel voor extra studievertraging heeft geleid doordat zij meerdere jaren achtereen moesten loten. Individueel leed en extra maatschappelijke kosten, dus. Gelukkig wordt de maatregel binnenkort afgeschaft, maar alle politieke partijen die sinds 1973 in de regering hebben gezeten zijn verantwoordelijk voor het zo lang in stand houden van deze maatregel.
Er is een Engelse uitdrukking: put your money where your mouth is. Met andere woorden: als beweert dat iets belangrijk is, investeer je daar ook in. Het wordt tijd dat dat voor de kenniseconomie en het onderwijs wordt toegepast.

donderdag 7 juni 2012

Forensenbelasting en vertrouwen in politiek

In het Lenteakkoord hebben de Kunduz-partijen besloten de reiskostenvergoeding voor het woon-werkverkeer te gaan belasten. Een zeer onrechtvaardige maatregel, waar veel bezwaren tegen in te brengen zijn. Velen zullen er fors in koopkracht op achteruitgaan.

Fundamenteler is echter dat de maatregel op geen enkele wijze is te onderbouwen of te rechtvaardigen. Op welke maatschappijvisie is het gebaseerd dat je iemand die van zijn werkgever een vergoeding krijgt om te komen werken, daarover gaat belasten? Hoe verhoudt dit zich met de gewenste flexibilisering van de arbeidsmarkt? Moet iedereen dan maar dicht bij zijn werk gaan wonen? Kan dat? En wat doe je als je zelf in Arnhem werkt en je partner in Den Haag? Een andere baan zoeken? Echtscheiding?

Inmiddels zijn er zo veel protesten verwoord dat vier van de vijf partijen hebben laten weten dat de maatregel na de verkiezingen te willen schrappen. Als dat gebeurt, is het uiteraard mooi dat een onrechtvaardige maatregel verdwijnt.

Ernstiger is evenwel het feit dat de maatregel serieus bedacht is en dat er toe besloten is. Hoe kan het zijn dat vijf fractievoorzitters van partijen die een meerderheid in de Tweede Kamer hebben, ondersteund door hun financieel specialisten, in hun volle verstand – mag je aannemen – een maatregel nemen waarvan iedereen kan aanvoelen dat deze niet deugt? Ook al zou er niet tegen geprotesteerd zijn, iedereen kan toch bedenken dat een dergelijke maatregel iedere logica ontbeert?

De betrokken politici zullen vermoedelijk deze maatregel onder druk van protesten - en in het zicht van verkiezingen - weer intrekken. Dat neemt niet weg dat zij hebben laten zien absurde maatregelen te willen nemen. Dat doen zij een volgende keer dus weer, als er geen verkiezingen zijn om ze tot de orde te roepen. Dat geeft weinig vertrouwen geeft voor de toekomst.

Het feit dat een meerderheid van de politieke partijen in Nederland het in hun hoofd haalt om een zo ondoordachte maatregel te nemen, laat zien dat er nog steeds een diepe kloof is tussen de burger en de politiek.

dinsdag 5 juni 2012

Europese vlucht naar voren

President Van Rompuy heeft een ‘Euro Masterplan’ aangekondigd om verder economische integratie in de eurozone te bevorderen. Premier Rutte heeft geen behoefte aan “structuurdiscussies” of “vlucht in institutionele vergezichten”. Beide hebben ongelijk. Beide standpunten zijn ook een symptoom van dezelfde kwaal: een gebrek aan duidelijke visie van waar Europa naar toe moet en wat in het belang van stabiliteit is.

Europa zit gevangen tussen enerzijds politici die - vaak zonder argumenten – vinden dat Europa veel meer bevoegdheden moet krijgen en anderzijds de kiezers die daar terecht bezwaren tegen hebben en dan maar eurosceptisch worden.

Er zijn op dit moment twee fundamentele weeffouten in de Europese Unie. De eerste betreft het gebrek aan democratie en controle op de macht. De tweede betreft de economie in de monetaire unie en de huidige financiële problemen.

Het eerste probleem is mede het gevolg van de uitbreiding naar 27 lidstaten, die onevenredig veel macht geeft aan de grotere lidstaten. Met name de burgers uit de kleinere lidstaten hebben het gevoel dat zij de grip op de besluitvorming kwijt zijn. Dat gevoel is terecht en ligt ook ten grondslag aan het afwijzen van de Europese Grondwet in 2005. De oplossing hiervoor is een hervorming van de instituties, waarbij de democratische controle op Europese besluitvorming ook op Europees niveau plaats vindt. Het Europees Parlement moet gekozen worden via Europese lijsten, zodat je een Europese socialistische, liberale of conservatieve lijst hebt. Als Nederlander kun je dan op een Duitse, Ierse of Deense lijsttrekker stemmen of op een Nederlander die ook op die lijst staat. Een dergelijke hervorming maakt Europa zichtbaarder en beter controleerbaar.

Het tweede probleem betreft een weeffout in de monetaire unie. Het model dat wij nu hebben is een centraal monetair beleid – gevoerd door de ECB – en een decentraal economisch beleid. Op zich kan dat goed werken en het past ook in het karakter van de Europese Unie: een supranationaal orgaan met soevereine staten als lidstaten. Velen beweren tegenwoordig dat een monetaire unie niet zonder “politieke unie” kan werken, maar als je om argumenten vraagt die dat onderbouwen, blijft het altijd stil.

Het gevaar dreigt nu dat de neiging om de economie vanuit Brussel te willen besturen, doorslaat. Dat heeft vergaande consequenties: moeten wij willen dat Europa bepaalt hoe hoog het minimumloon in Nederland mag zijn? Of hoeveel vakantiedagen wij mogen hebben? Of hoe onze woningmarkt er uit moet zien? Als er nog meer bevoegdheden aan Brussel worden overgedragen zal de afkeer van Europa nog meer toenemen en dreigt het hele project op een fiasco uit te lopen.

De vraag is ook of het nodig is meer bevoegdheden over te dragen. Toen wij in de jaren negentig aan de instelling van de monetaire unie werkten, was de gedachte dat je het economisch beleid in hoofdzaak aan de soevereine lidstaten kon overlaten. Beleidsconcurrentie zou er toe leiden dat verstandig economisch beleid in de ene lidstaat tot navolging in de andere zou leiden. Ook zou de kapitaalmarkt voor de nodige discipline zorgen zodat de overheidsfinanciën niet uit de hand zouden lopen. Naar nu gebleken is, heeft dit niet gewerkt. Daar zijn verschillende redenen voor en er zijn maatregelen te bedenken die deze weeffouten herstellen, zoals bijvoorbeeld Europees toezicht op de banken. Maar om nu een hele “economische unie” of  “politieke unie”op te tuigen, gaat veel te ver. Het miskent de het karakter van Europa en miskent ook de voordelen die bestaan wanneer lidstaten zo veel mogelijk vrijheid hebben hun eigen economisch beleid te voeren. Een duidelijk voorbeeld is Nederland anno 2012: het is economisch niet verstandig om in een recessie zo sterk te bezuinigen als nu door de Kunduz-coalitie onder dwang van Europa wordt gedaan.

Voor een goed functioneren van de monetaire unie moeten een aantal weeffouten hersteld worden, zoals Europees toezicht op banken en een versterking van de disciplinerende werking van de kapitaalmarkt. Zie bijvoorbeeld ‘Red Europa door discipline van de kapitaalmarkt’. Daarmee kan de vergaande bemoeienis van Brussel, waar Mark Rutte inmiddels wel mee heeft ingestemd, achterwege blijven.

http://www.libdem.nl/