donderdag 13 september 2012

Uitslag verkiezingen

De uitslag van de verkiezingen van gisteren is verrassend: grote winst voor VVD en PvdA: 41 en 39 zetels. En dat is veel meer dan aanvankelijk verwacht. Met name voor de PvdA, die drie weken geleden nog 18 zetels in de peilingen haalde, is dat een grote prestatie. De felicitaties gaan uit naar Mark Rutte en Diederik Samsom. Ook felicitaties voor nieuwkomer 50 Plus die met twee zetels in de Kamer vertegenwoordigd zal zijn.

Het resultaat voor LibDem is geheel in overeenstemming met de aandacht die wij in de media kregen: gemiddeld 0,0%. Alleen in Vlist (ZH) halen wij 0,7%, hetgeen genoeg is voor één Kamerzetel. Geen van de andere nieuwe partijen heeft een resultaat behaald dat maar enigszins in de buurt komt van een halve Kamerzetel. De Piratenpartij scoort met 0,3% nog het best.

De grote verliezer van deze verkiezingen is de kiezer. In de campagne is te weinig aandacht geweest voor de inhoud en de zaken waar het echt om gaat. Het belangrijkste onderwerp in de media was wie de grootste partij zou worden en als dat eenmaal belangrijk wordt gevonden, kan de kiezer bijna niet anders dan daar rekening mee houden.

Naast de kiezer heeft ook de politiek verloren: de inhoud is immers volstrekt onbelangrijk geworden. Vorm en resultaat is het enige dat telt. Kennelijk wordt politiek als een soort ‘Voice of Holland’ beschouwd. Zouden wij de volgende keer per sms mogen stemmen?

De kiezer heeft gesproken, maar niet met overtuiging. Tot één dag voor de verkiezingen wist 40% van de kiezers nog niet op wie zij zouden stemmen. Veel kiezers hebben hun stem strategisch uitgebracht om te verhinderen dat een andere partij de grootste zou worden. Dat betekent bijna per definitie niet een stem op een partij waar je echt achter staat. Dit zal het vertrouwen in de politiek niet vergroten.

Daarbij komt dat over de vraag die nu het belangrijkste is, namelijk hoe Nederland uit de crisis komt, nauwelijks gesproken is. Uit direct contact met kiezers bleek dat het standpunt van LibDem, namelijk eerst de economie weer op gang brengen en dan pas de overheidsfinanciën saneren, veel kiezers aansprak. Maar als deze vraag in de media niet gesteld wordt en er verder niet over gediscussieerd wordt, kan de kiezer er zich niet echt over uitspreken.

Iedereen gaat er van uit dat VVD en PvdA met deze verkiezingsuitslag tot elkaar veroordeeld zijn. Of zij een coalitie kunnen vormen, zal in de komende weken moeten blijken, los van de vraag of deze coalitie stabiel zal zijn. Gelet op de ingenomen standpunten, zal dat heel lastig zijn en zal dat ook niet kunnen zonder dat zij hun beloftes aan de kiezer schenden. Ook dat is verlies voor de kiezer.

Nu de coalitie gevormd zal worden door een partij met een liberale inslag en een sociaal-democratische partij, zou je kunnen verwachten dat dit tot een sociaal-liberaal beleid zal leiden. Te vrezen valt echter dat er een beleid uit komt dat noch liberaal noch sociaal is.

LibDem heeft intensief campagne gevoerd met een klein, maar enthousiast team. Gelet op de reacties die wij kregen, bleek hoe veel enthousiasme er voor de standpunten van LibDem was. De respons was goed, maar het bereik beperkt. Dit heeft ons kiezers opgeleverd die gestemd hebben voor een visie, voor een beleid waar zij achter staan, maar ook voor een beleid dat veel meer mensen aanspreekt dan uit deze verkiezingsuitslag blijkt.

Vanaf deze plaats wil ik alle kiezers die op LibDem hebben gestemd danken voor het vertrouwen en hun steun. De kiezers van LibDem behoren op dit moment tot een select gezelschap, een voorhoede. Wij zijn het aan hen verplicht om nu verder te gaan. Nederland heeft duidelijk behoefte aan een sociaal-liberale partij met een goed gefundeerde ideologie en visie.

De campagne voor de volgende verkiezingen is vandaag begonnen!

 
www.libdem.nl

dinsdag 11 september 2012

Een verloren stem?

Vandaag in Amsterdam met vier mensen geflyerd en het is verheugend te zien hoe veel positieve reacties LibDem krijgt. Er was zelfs een mevrouw die de flyer min of meer uit mijn handen griste en uitriep dat zij uitgekeken had naar een echt liberale partij. Weer een stem binnen!

Maar er zijn ook mensen die zeggen dat zij eigenlijk wel op LibDem zouden willen stemmen maar bang zijn dat hun stem verloren zou gaan als LibDem geen zetel zou behalen.

Is er dan sprake van een verloren stem? Nee, integendeel.

Goed beschouwd is iedere stem verloren die niet exact nodig is om een zetel te behouden. Stel dat de kiesdeler 60.000 stemmen is. Als een partij met 1.200.000 stemmen 20 zetels behaalt, is iedere stem meer verloren en gaat naar een andere partij. Pas bij 1.260.000 zetels haalt de partij 21 zetels en zijn de 60.000 extra stemmen zinvol. Maar in een dergelijk geval spreekt niemand van een ‘verloren stem’.

Bij een nieuwe partij, waarvan het niet zeker is of die een zetel zal behalen, gebeurt in feite hetzelfde. Er is net zo min sprake van een verloren stem als bij een grotere partij die net geen 21 zetels haalt.

Voor de Nederlandse politiek zou het veel uitmaken of LibDem al of niet een zetel behaalt. Zelfs met één zetel kan LibDem in de Kamer een eigen geluid laten horen en – wellicht belangrijker – kritische vragen stellen bij voorgenomen maatregelen die ondoordacht zijn.

Of LibDem op 12 september een zetel zal halen valt, bij gebrek aan betrouwbare peilingen, niet te voorspellen. Gelet op de respons die wij krijgen, zou een zetel voor de hand liggen, maar wij weten dat wij niet alle kiezers hebben weten te bereiken.

Maar ook een halve zetel zou al een duidelijk signaal zijn dat de kiezer een ander beleid wil, op het gebied van economie, Europa, de zorg. Dat er tenminste kiezers zijn die een verstandig macro-economisch beleid willen voeren, ook al wordt dat geluid dan niet in de Kamer gehoord.

Veel kiezers overwegen – mede op basis van de peilingen – om ‘strategisch’ te stemmen: stemmen op een partij die niet de eerste voorkeur heeft, maar m te zorgen dat die partij de grootste wordt, dan wel dat een andere partij niet de grootste wordt. Dit ‘strategisch’ stemmen is dan gebaseerd op de staatsrechtelijke misvatting dat de grootste partij in de Kamer in alle gevallen de premier mag leveren en het beleid bepaalt.

‘Strategisch’ stemmen heeft echter tot gevolg dat de partij van je eerste keus stemmen – en wellicht ook zetels – misloopt. Het zal leiden tot machtsverhoudingen in de Kamer en daarmee tot een beleid dat afwijkt van de voorkeur van de kiezers. Daarmee wordt de afstand van de kiezer tot de politiek vergroot.

Stemmen op een partij die niet je eerste keus is, dat is pas echt een verloren stem. Dat geldt voor een ‘strategische’ stem op een partij van tweede keus. Dat geldt ook voor een stem die anders naar LibDem zou gaan.

 
www.libdem.nl

maandag 10 september 2012

Partij voor zzp’ers

Nederland kent veel zzp’ers en flexwerkers. Deze hebben de klappen van de kredietcrisis opgevangen, waardoor de werkloosheid in Nederland – althans volgens de officiële statistieken – relatief laag is gebleven. Veel van deze zzp’ers en flexwerkers hebben onder de huidige omstandigheden moeite met het vinden van opdrachten en werk en komen in financiële problemen. Zij vallen tot nu toe buiten veel sociale zekerheid voorzieningen, zoals een arbeidsongeschiktheidsverzekering, en kunnen zich vaak alleen met veel moeite en tegen hoge kosten verzekeren, waardoor velen onverzekerd zijn. Dat moet anders.

LibDem wil daarom dat voor zzp’ers voorzieningen worden getroffen waardoor zij sociale zekerheid kunnen krijgen tegen analoge condities als werknemers. Er is geen reden zzp’ers systematisch anders te behandelen dan werknemers in vaste dienst!

Er is een andere reden waarom LibDem voor zzp’ers een aantrekkelijke partij is. Alle andere politieke partijen willen in de periode 2013-2017 fors op de begroting van de overheid bezuinigen. Dat heeft gevolgen voor de binnenlandse bestedingen en voor de werkgelegenheid. Met name zzp’ers zullen dat direct merken. Zij zijn immers de eersten die minder opdrachten krijgen als de binnenlandse economie stagneert.

LibDem vindt dat er op dit moment niet bezuinigd moet worden. Dat is uit economisch oogpunt niet verstandig. De politici zijn in feite bezig de vorige crisis te bestrijden, die van de jaren ’80 van de vorige eeuw. De economische situatie is nu een geheel andere dan in de jaren ’80, toen bezuinigingen wel zin hadden. Toen had Nederland een tekort op de betalingsbalans; nu is sprake van een fors overschot dat door de bezuinigingen nog verder zal oplopen. In de jaren ’80 was de rente hoog; nu is deze uitzonderlijk laag. Dat betekent dat de rentelasten op de staatsschuld op dit moment historisch gezien gering zijn.

Op dit moment is het dus niet verstandig om te bezuinigen. De berekeningen van het Centraal Planbureau laten zien wat de gevolgen zijn: bij alle partijen die fors bezuinigen lopen de binnenlandse bestedingen terug. Als gevolg daarvan stijgt de werkloosheid met 100.000 personen. Hierin is niet eens meegeteld het aantal zzp’ers dat niet of nauwelijks werk kan vinden. Het bezuinigingsbeleid heeft dus desastreuze gevolgen voor de werkgelegenheid en met name voor de zzp’ers.

Is het bezuinigingsbeleid dan goed voor de overheidsfinanciën? Nee, zelfs dat niet. Bij de VVD, bijvoorbeeld, stijgt de nominale staatsschuld wel minder snel. Maar de staatsschuldquote – de staatsschuld uitgedrukt in percentage van het binnenlands product – stijgt bij de VVD! Dit komt doordat het binnenlands product als gevolg van alle maatregelen een stuk lager uit komt. Daarmee wordt het draagvlak voor het financieren van de staatsschuld ook lager. Met andere woorden: het beleid heeft niet eens het beoogde effect: het duurzaam gezond maken van de overheidsfinanciën.

Veel economen vinden het voorgenomen bezuinigingbeleid dan ook onverstandig. Het is alleen merkwaardig dat hier geen discussie over wordt gevoerd en dat iedereen – ten onrechte – gefixeerd is op de staatsschuld en de bezuinigingen. Voormalig VVD-minister van Financiën Witteveen spreekt in dit verband zelfs van een collectieve psychose.

LibDem doet aan deze collectieve psychose niet mee en wil eerst de economie op gang krijgen en dan pas bezuinigen. Dat is beter voor de binnenlandse bestedingen, voor de werkgelegenheid en met name ook voor het mkb en de zzp’ers.

LibDem is dus niet alleen een aantrekkelijke partij voor zzp’ers vanwege de voorgenomen toegang tot de sociale voorzieningen, maar ook vanwege het macro-economisch beleid dat voorrang geeft aan een herstel van de economie en de werkgelegenheid.

Er valt bij deze verkiezingen dus echt iets te kiezen!


zaterdag 8 september 2012

Werkloos door massapsychose

In alle verkiezingsprogramma’s van de partijen die nu in de Tweede Kamer vertegenwoordigd zijn, wordt fors bezuinigd: van 22 mrd bij de VVD tot 10 mrd bij GroenLinks. En dat heeft gevolgen. De binnenlandse bestedingen nemen door deze maatregelen af en de werkloosheid stijgt. Volgens het Centraal Planbureau stijgt de werkloosheid bij alle partijen, bij de PvdA en D66 zelfs met meer dan 100.000 personen. En dat zijn dan full time banen! Bij de VVD stijgt de werkloosheid minder, met ‘slechts’ 60.000 personen.

Deze plannen betekenen niet alleen dat de werkloosheid stijgt, maar ook dat meer bedrijven failliet zullen gaan. En dat zullen met name bedrijven zijn die voor de binnenlandse markt produceren. Vooral het mkb, dus.

De reden dat men wil bezuinigen is vanwege het begrotingstekort van de overheid en een oplopende staatsschuld. Het ironische is dat de staatsschuldquote – de verhouding tussen de staatsschuld en het bruto binnenlands product – bij de VVD en de PvdA juist stijgt. Het beoogde effect wordt dus niet bereikt!

Zoals ik al eerder in een blog uiteenzette, zijn deze politici bezig de crisis van de jaren tachtig te bestrijden. Toen was er in Nederland sprake van een klassieke werkloosheid: de lonen waren te hoog ten opzichte van de prijzen, er was een tekort op de betalingsbalans en er was sprake van een heel hoge rente. Onder die omstandigheden was het verstandig te bezuinigen. Nu niet. Verkeerde diagnose en verkeerde therapie dus.

LibDem staat met deze constatering niet alleen. Veel gerenommeerde economen vinden dat het in deze omstandigheden niet verstandig is te bezuinigen. In het buitenland zijn dat onder meer Nobelprijswinnaar Paul Krugman, hoofdeconoom van het IMF Olivier Blanchard en het Britse blad The Economist. In Nederland zijn dat de hoogleraren Eduard Bomhoff en Ewald Engelen en voormalig IMF-directeur en VVD-minister van Financiën Johan Witteveen.

Deze laatste verbaast zich ook over de huidige bezuinigingswoede. Gisteren wees hij in een interview in de Volkskrant op het grote overschot op de betalingsbalans en noemde het merkwaardig dat dat nooit genoemd wordt. ‘Er wordt absurd veel bezuinigd’ luidde de kop boven het interview. ‘Ik ben verbaasd, het lijkt wel een collectieve psychose. Als ze het doorzetten, worden we in een depressie gedrukt. Het is niet te begrijpen. Er is zelfs geen discussie over.’

Dat laatste is wel het meest merkwaardige. Het gaat niet om niets. Meer dan 100.000 extra werklozen door verkeerd beleid. Dat is één op de 60 werkende Nederlanders. En die komen nog eens bij de 400.000 werklozen die er zonder dit beleid toch al zullen zijn. Als gevolg van dit beleid is straks dus één op de 15 Nederlanders werkloos. Tel daarbij op alle bedrijven die failliet zullen gaan. Dat is pas echt lasten naar de toekomst verschuiven!

Het wordt nu, vier dagen voor de verkiezingen, tijd hier een debat over te voeren. Er moeten toch journalisten zijn die begrijpen waar het om gaat? LibDem is de enige partij die niet aan deze bezuinigingswoede mee wil doen en waarbij de werkloosheid dus niet extra stijgt. Dat is op dit moment ook het enige verstandige beleid. Zolang dat beleid niet gevoerd gaat worden kunnen de toekomstige werklozen in ieder geval de oorzaak van hun werkloosheid kennen: werkloos door massapsychose.

vrijdag 7 september 2012

Woningmarkt nog verder verziekt

Deze week lekten de voorstellen van staatssecretaris Weekers (VVD) voor de beperking van de hypotheekrenteaftrek uit. Het komt er op neer dat je na 1 januari 2013 alleen nog maar de hypotheekrente mag aftrekken als je een hypotheek hebt die daadwerkelijk in 30 jaar afgelost wordt. Dat kan een lineaire aflossing zijn of een annuïteitenlening. Het voorstel zal de woningmarkt nog verder op slot zetten.

De woningmarkt in Nederland is ernstig verziekt. Al jaren, en dat komt nu tot uiting, mede als gevolg van de kredietcrisis. De huizenprijzen dalen en niemand durft meer een woning te kopen. Anderzijds is het voor starters nog altijd moeilijk een geschikte woning te huren. Wachtlijsten van 5 jaar zijn geen uitzondering. Studenten moeten vaak € 500 per maand betalen voor een kamertje van 3 x 3.

LibDem is daarom voorstander van een integrale aanpak van de woningmarkt. Je moet eerst consensus krijgen over hoe een evenwichtige woningmarkt er uit ziet. Pas dan kun je maatregelen nemen om daar in een aantal jaren – bijvoorbeeld 10 of 15 – naar toe te gaan. In een evenwichtige woningmarkt moet het even aantrekkelijk zijn om een huis te kopen, te huren of te verhuren. De keus hangt dan van de omstandigheden af en het risico dat je wilt nemen.

De laatste tijd is onder invloed van de kredietcrisis de opvatting ontstaan dat het nodig is om schulden af te lossen. Nederland heeft een hoog niveau van private schulden, hetgeen mede het gevolg is van de hoge huizenprijzen en de mogelijkheden om de hypotheekrente volledig af te trekken. Maar de voorstellen van Weekers schieten weer de andere kant op. Als je gedwongen wordt een lening in 30 jaar volledig af te lossen om voor hypotheekrenteaftrek in aanmerking te komen, worden de netto woonlasten daarmee fors hoger. Bij een lineaire gaat het daarbij om 3,3% van de waarde van het huis. Voor starters wordt het dan moeilijker om een koophuis te betrekken, hetgeen de keuzevrijheid beperkt. Als liberalen zijn wij daar tegen.

De gedachte dat ieder in 30 jaar zijn hypotheeklening moet aflossen komt neer op het gedwongen laten sparen. Iemand die huurt kan hetgeen hij overhoudt beleggen in een banktegoed, aandelen of een levensverzekering. Wie een huis gekocht heeft, moet volgens Weekers gedwongen sparen in de aflossing van zijn hypotheek. Vanwaar deze beleggingsdwang? Is dat liberaal? Waarom kan iemand niet gewoon een nominale schuld houden en daar rente over betalen? Of het dan financieel verstandiger is de lening af te lossen, moet hij zelf weten.

Het bovenstaande is geen pleidooi voor het onverminderd in stand houden van de hypotheekrenteaftrek. Dat een herziening wenselijk is, moge duidelijk zijn. Maar dan in het kader van een algemene hervorming van de woningmarkt op basis van consensus over een evenwichtig einddoel. Dat is de enige mogelijkheid om de woningmarkt weer in evenwicht te brengen: een integrale aanpak.

Zonder deze integrale aanpak dreigen er telkens partiële ad hoc maatregelen getroffen te worden die de woningmarkt alleen verder uit evenwicht brengen. Het voorstel van Weekers is er één van. Als het doorgevoerd wordt, zal dat de mogelijkheden voor starters om een woning te vinden belemmeren en daardoor de huizenprijzen verder onder druk zetten. Dat zal gevolgen hebben voor mensen die nu een hypotheek hebben die hoger is dan de waarde van de woning, waarop de politiek weer maatregelen gaat nemen die dwingen tot versneld aflossen – en dus gedwongen beleggen. Dit is een vicieuze cirkel. Wie doorbreekt die?

De wijze waarop nu met de woningmarkt wordt omgegaan brengt deze alleen maar verder uit evenwicht. De enige manier om de woningmarkt weer te laten functioneren is met de integrale aanpak die LibDem voorstaat.
 

woensdag 5 september 2012

Vertrouwen in de politiek

Op zondagavond 2 september vond er in 013 in Tilburg een verkiezingsdebat plaats. Het laatste thema dat aan de orde kwam was vertrouwen in de politiek.

Namens LibDem heb ik uitgelegd dat vertrouwen vooral te maken heeft met consistentie van het beleid en dat het daarvoor noodzakelijk is vanuit een bepaalde ideologie te handelen: een visie op de samenleving in de 21e eeuw. Bij veel partijen ontbreekt een dergelijke visie en dat verklaart waarom er nu nog zo veel zwevende kiezers zijn.

LibDem heeft de visie op de samenleving en economie neergelegd in het manifest ‘Én liberaal én sociaal’. Hierin staat de vrijheid van het individu centraal en wordt uitgelegd dat je daarvoor een sterke, betrouwbare overheid nodig hebt. Dat laatste vraagt weer om betrouwbare, consistente politieke partijen. En die zijn schaars.

Enkele voorbeelden uit het recente verleden kunnen dat verduidelijken. De partijen van het Kunduz-akkoord hebben een aantal maatregelen genomen die ondoordacht en zeer onrechtvaardig waren. Onder meer de forensentaks, de langstudeerboete en de werkloosheidsuitkering die zes maanden voor rekening van de werkgever komt. De forensentaks is onrechtvaardig omdat het een belasting legt op diegenen die een baan ver van huis hebben geaccepteerd. De langstudeerboete is in ieder geval onrechtvaardig omdat deze ook geldt voor studenten die nu al studeren en hun studietempo niet met terugwerkende kracht kunnen aanpassen. En de werkloosheidsuitkering die voor rekening van de werkgever komt, is met name voor de kleinere ondernemer zeer nadelig en kan zelfs tot faillissement leiden.

Allemaal zeer ondoordachte en onrechtvaardige maatregelen. Onder druk van de verkiezingen willen de meeste partijen de forensentaks en de langstudeerboete terugdraaien. De VVD wil onder druk van de verkiezingen de werkloosheidsuitkeringen voor rekening van werkgevers terugdraaien. Mooi dat de partijen tot inkeer komen en inzien dat hun maartregelen niet deugen. Goed dus dat zij teruggedraaid worden.

Maar ernstiger is echter het feit dat deze maatregelen hoe dan ook genomen zijn. Wie verzint zoiets? En op welke visie is dit deze gebaseerd? En als iemand zoiets verzint, is er dan niemand in de omgeving, zoals partijgenoten of ambtenaren, die op de onrechtvaardigheid van de maatregel wijst? Ook kan de vraag gesteld worden wat er gebeurd zou zijn als er geen verkiezingen in aantocht waren. De behandeling van de langstudeerboete vorige week doet vermoeden dat deze maatregelen dan gewoon worden doorgezet.

Partijen die dit soort maatregelen bedenken dan wel steunen laten zien dat zij ondoordacht bezig zijn. Er is geen enkele garantie dat zij na de verkiezingen niet opnieuw ondoordachte en onrechtvaardige maatregelen nemen. Dat geeft weinig vertrouwen. Geen wonder dat de helft van de kiezer nog niet weet op wie hij gaat stemmen. Gelukkig zijn er steeds meer kiezers die LibDem ontdekken.

LibDem heeft over deze zaken wel nagedacht en zal, op het moment dat er weer ondoordachte maatregelen genomen dreigen te worden, dat in ieder geval in de Tweede Kamer aan de orde stellen. Nederlanders hebben recht op een goed debat en meer doordachte besluiten.
www.libdem.nl

dinsdag 4 september 2012

Zorgen over de zorg

 
Veel kiezers maken zich zorgen over de zorg: zowel over de betaalbaarheid als over de kwaliteit. Dat is terecht. Politici en ambtenaren dreigen met forse ingrepen in de zorg omdat deze anders onbetaalbaar zou worden en dat boezemt angst in. Is deze dreiging terecht? Niet helemaal. Ten eerste omdat de stijging van de zorgkosten minder dramatisch is dan wordt voorgesteld. Ten tweede omdat een ander beleid mogelijk is die met meer vrijheid tot minder kosten leidt. Daarom eerst een relativering en dan een voorstel voor ander beleid.

Aandeel zorg in nationaal product

Het aandeel van de zorg in het bruto nationaal product is de loop der tijd gestegen. Grafiek 1 laat het aandeel van de zorg in het bruto binnenlands product zien voor Nederland, België, Duitsland, het VK en de VS. Het betreft de bijdrage van de toegevoegde waarde in de zorg in de totale economie. In alle genoemde landen is het aandeel van de zorg sinds 1972 significant gestegen; in de VS is de stijging het grootst.
 

De stijging kan door een aantal factoren verklaard worden. In de eerste plaats is er het zogenoemde Baumol-effect: doordat de productiviteit in de dienstensector minder snel stijgt dan in de goederensector, neemt de relatieve prijs van de diensten toe. Daarnaast heeft een grotere individuele vraag aan deze stijging bijgedragen, speelt de vergrijzing een rol en is er een toename van mogelijkheden om zorg te verlenen met nieuwe technologieën. Tenslotte is de welvaart gestegen, waardoor mensen zich kunnen permitteren om meer aan zorg uit te geven.

Het is dus logisch dat het aandeel van de zorg in het BNP toeneemt. In Nederland is het aandeel van de zorg in het bruto binnenlands product (BBP) op dit moment 12%. Er zijn ook andere uitgavencategorieën waarvan het aandeel gestegen is. Zo gaf de consument in 1992 13,7% van zijn inkomen uit aan verkeer en vervoer; in 2006 was dat gestegen tot 17,1 %. Ook hier een stijging; toch maakt niemand daar een probleem van.

 


 
Dat neemt niet weg dat er alle reden voor is om de zorg zo effectief mogelijk te verlenen, zodat tegen zo laag mogelijke kosten de optimale zorg kan worden verleend. Wat dat betreft is er een duidelijke verbetering mogelijk. Opvallend is dat de zorgkosten het hardst gestegen zijn sinds 2006 toen in Nederland een nieuw zorgstelsel werd ingevoerd. In 2006 bedroeg het aandeel van de zorg nog 9,7% van het BBP; in 2010 was dit gestegen tot 12,0%. Een stijging van 2,3 %-punt in vier jaar tijd! In geen van de andere Europese landen uit grafiek 1 is het aandeel van de zorg in zo korte tijd zo sterk gestegen. Men kan zich dan ook afvragen of het nieuwe stelsel zo goed doordacht is.


Zorgstelsel

Het nieuwe zorgstelsel dat in 2006 is ingevoerd had één groot voordeel: het onderscheid tussen ziekenfonds verzekerden en particulier verzekerden is komen te vervallen. Verder was het stelsel gebaseerd op marktwerking. Hierbij is evenwel niet zorg gedragen dat er daadwerkelijk voldoende marktwerking is. Door fusies van zorgaanbieders en zorgverzekeraars is er vaak sprake van regionale monopolies, waardoor de keuzevrijheid - essentieel element van marktwerking - de facto afwezig is. De vraag dient dan ook gesteld te worden of het stelsel wel goed doordacht is. Daarbij is er een ingewikkeld stelsel van declaraties bedacht – de zogenoemde DBC’s – waardoor de feitelijke kosten voor de patiënt ondoorzichtig waren.

In de ogen van LibDem kent het zorgstelsel twee grote fouten. Ten eerste de gedachte dat verzekeraars zorg moeten inkopen en ten tweede het huidige eigen risico.

In het nieuwe zorgstelsel worden verzekeraars geacht zorg in te kopen en zodoende op de kosten te letten. Qua prijs is dat goed gelukt: de prijsstijgingen zijn in de zorg beperkt gebleven. Probleem is evenwel het volume: het aantal verrichtingen is toegenomen. Inherent aan het stelsel is dat verzekeraars kunnen bepalen welke zorg waar ingekocht wordt. Ook kunnen in individuele gevallen therapieën goed- of afkeuren, waarmee zij een bepalende rol hebben in de zorgverlening. Dat gaat ten koste van de kwaliteit, omdat zij onvoldoende kennis hebben voor een afgewogen oordeel.

De tweede fout betreft het eigen risico. Iedere verzekerde heeft een verplicht eigen risico; in 2013 zal dit minimaal € 350 bedragen. Dat eigen risico heeft twee nadelen: zolang het nog niet bereikt is, betaalt de patiënt alles zelf; boven het eigen risico betaalt hij niets. Het gevolg is dat je zuinig bent om de eerste € 350 per jaar aan zorg uit te geven. Dat kan betekenen dat patiënten ten onrechte afzien van een noodzakelijke therapie. Maar als het eigen risico door omstandigheden overschreden is, betaalt de patiënt helemaal niets meer. Je kunt dan het beste zo veel mogelijk zorg consumeren die je toch ooit nodig zou moeten hebben, zoals nog een extra controle bij de oogarts, e.d.


Beleid

LibDem vindt dat deze fouten in het zorgstelsel hersteld moeten worden. In de eerste plaats moet de rol van de verzekeraars weer beperkt worden tot verzekeren. De verzekeraars moeten de kosten vergoeden – en daar kritisch op toezien – maar niet “inkopen” dan wel de therapie bepalen. De patiënt moet in overleg met de (huis)arts de vrijheid hebben de therapie en de zorgaanbieder te kiezen die hem aangeraden wordt. Dat komt de kwaliteit van de zorg ten goede. De regie moet weer bij arts en patiënt komen.

In de tweede plaats moet het eigen risico zoals dat nu bestaat veranderd worden in een proportionele eigen bijdrage. De patiënt betaalt bijvoorbeeld 10% van de zorgkosten tot een maximum van – bijvoorbeeld - € 3.000. Op jaarbasis betaalt hij dan wel maximaal € 300, maar hij heeft een veel lagere drempel in het begin omdat hij slechts 10% van de gemaakte kosten betaalt. Anderzijds is het effect van de eigen bijdrage veel groter, omdat het doorwerkt tot een jaarconsumptie van € 3.000. Inherent hieraan moet zijn dat de patiënt inzage krijgt in de kosten die gemaakt worden en dat hem gewezen wordt op eventueel goedkopere alternatieven. Hier ligt een taak voor zowel de huisarts als de verzekeraar. De patiënt heeft evenwel zelf belang bij het beperken van de zorgconsumptie tot het hoogst noodzakelijke en tot het zoeken naar goedkopere alternatieven.

Deze twee wijzigingen zullen de vrijheid om van de zorg gebruik te maken vergroten, maar zullen ook tot een kostenreductie leiden omdat de patiënt daar direct belang bij heeft. Er is alle reden om de kosten van de zorg zo veel mogelijk te beperken. Er is evenwel geen reden de stijging van de zorgconsumptie te dramatiseren en "harde ingrepen" te doen die ten koste gaan van gezondheid en daarmee van welzijn en welvaart.