Vanaf het moment dat LibDem besloot om vanwege het gebrek
aan inhoudelijk debat niet mee te doen aan de verkiezingen, kregen wij van vele
kanten de vraag om een stemadvies uit te brengen. Dat is geen makkelijke
opgave: er is geen partij die een werkbare oplossing biedt voor de problemen
waar Nederland nu mee te maken heeft: de tweedeling op de arbeidsmarkt, de
zorg, het milieu, Europa om er maar enkele te noemen. Zelfs niet op één van
deze terreinen. Sommige partijen hebben voor de zorg wel allerlei plannen, maar
deze zijn vaak niet consistent en verschuiven de problemen alleen maar. Hetzelfde
geldt voor een onderwerp als de arbeidsmarkt.
Er is dus geen partij waar wij uit volle overtuiging op kunnen
stemmen. Het gaat er dan om de minst slechte partij te kiezen. Dat is een
kwestie van afstrepen dus. Wij zullen dan ook geen eenduidig stemadvies geven,
maar slechts enkele overwegingen met betrekking tot de op dit moment grootste
partijen in de peilingen..
Vooraf nog twee opmerking: over de afgelopen kabinetsperiode en over de
rechtsstaat.
Het kabinet en veel media doen alsof het een geweldige
prestatie zou zijn dat Rutte II de economie weer op orde heeft gebracht en dat
zij de rit hebben uitgezeten. Hierbij vallen kanttekeningen te plaatsen. Ten
eerste is de economie weer op gang gekomen doordat de wereldhandel aantrekt.
Het kabinetsbeleid om zo onverantwoord veel te bezuinigen heeft de economie
eerder schade berokkend dan goed gedaan. Zie hiervoor o.a. de analyse van de
ING: Leidt
snoei tot groei? Het kabinet Rutte II heeft een pro-cyclisch beleid gevoerd
– hetgeen economisch onverstandig is – waardoor eerst veel wegbezuinigd is,
waar nu weer in ‘geinvesteerd’ moet worden. Denk aan de verpleeghuizen. Denk
aan defensie. Los van de onrust die dat voor betrokkenen heeft veroorzaakt is
dit economisch inefficient. Ten tweede is het feit dat het kabinet de rit heeft
uitgezeten eerder te danken aan de slechte peilingen van de coalitiepartners
dan aan een duidelijke gemeenschappelijke visie en een overtuigend beleid. Geen
van de coalitiepartners had, gelet op de peilingen, belang bij een breuk. Zij
waren dus wel tot elkaar veroordeeld.
Het bezuinigingsbeleid van Rutte II heeft verder een aantal
desastreuze maatregelen met zich gebracht. Zoals de decentralisatie van de
Rijkstaken op het gebied van o.a. langdurige zorg, jeugdzorg en
arbeidsmarktbeleid naar de gemeenten. Het valt te verwachten dat dit over enkele
jaren weer teruggedraaid zal worden, zodat het per saldo veel onrust en ook
geld zal hebben gekost. Denk ook aan de ellende met de pgb’s: nog steeds is de
SVB niet in staat facturen aan zorgverleners tijdig en behoorlijk – d.w.z. het
juiste bedrag - uit te betalen.
Dan over de rechtsstaat. De Commissie ‘Rechtsstatelijkheid
in verkiezingsprogramma’ van d Nederlandse Orde van Advocaten heeft een rapport
uitgebracht waarbij de verkiezingsprogramma’s getoetst worden aan de gevolgen
voor de rechtsstaat. Zij hebben die met een groene, oranje en rode kleur
beoordeeld. Het laatste houdt in dat het betreffende verkiezingsprogramma
plannen bevat die regelrecht in strijd zijn met de rechtsstaat. Van de
getoetste politieke partijen heeft de PVV zes keer rood gekregen, VNL vier, de
SGP en VVD ieder twee en het CDA één.
Uit het bovenstaande volgt dat het verstandig is niet op één
van de coalitiepartners – VVD en PvdA – te stemmen. De kiezer kan daarmee een
duidelijk signaal geven dat het kabinetsbeleid van de afgelopen jaren wordt
afgekeurd. Voor de VVD geldt daarbij in het bijzonder nog de chaos die zij op
het departement van Veiligheid en Justitie hebben achtergelaten – het
samenvoegen van politie en justitie staat haaks op de noodzakelijke checks and
balances waar wij als liberalen zo veel belang aan hechten. Bezwaar tegen de
VVD zijn verder de plannen om de uitkeringen voor de bijstandsgerechtigden te
verlagen en voor het invoeren van een kiesdrempel, hetgeen ten koste gaat van
de democratie. Aan de PvdA kan het ineffectieve arbeidsmarktbeleid van
vice-premier Asscher (Wet Werk en Zekerheid) verweten worden alsook de chaos
met de pgb’s.
Over de grootste oppositiepartij – de PVV – met een verkiezingsprogramma
van één A4 - hoeven wij niet veel te zeggen.
D66 zegt parmantig ‘verantwoordelijkheid te hebben genomen’,
door deel te nemen aan de zgn. ‘constructieve oppositie’. Maar eigenlijk heeft
D66 juist geen verantwoordelijkheid genomen doordat zij geen echte oppositie
hebben gevoerd. D66 heeft daarmee het kabinetsbeleid ondersteund, hetgeen een
contra-indicatie is om op D66 te stemmen. D66 heeft weliswaar in haar
verkiezingsprogramma een aantal ideeën van LibDem overgenomen die de democratie
in Europa versterken, in Nederland stelt zij maatregelen voor die minder
gelukkig zijn. Zo wil D66 de Eerste Kamer afschaffen en een bindend correctief
referendum invoeren. Dit zij weer typisch half doordachte ‘leuke ideetjes’ van
D66. Als zij tot uitvoering zouden komen, zal dat zeker ten koste van de
democratie en de bestuurbaarheid van het land gaan.
Het CDA heeft zich wel als echte oppositiepartij opgesteld
en daarmee haar verantwoordelijkheid als politieke partij genomen. Het CDA wil
evenwel ten dele een districtenstelsel invoeren, alsmede een kiesdrempel. Beide
maatregelen tasten de democratie aan.
GroenLinks heeft van de deelnemende partijen de meest
ambitieuze milieuplannen. Voor een deel lijkt dat op de plannen van LibDem, nl
het invoeren van een algemene heffing op de uitstoot van CO2. Alleen
doet GroenLinks het niet in Europees verband, waardoor de maatregel ineffectief
zal zijn. GroenLinks laat hierbij na om een Border Carbon Adjustment mechanisme
in te voeren; daardoor wordt de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven aangetast. Verder wil GroenLinks nog een aantal
extra belastingen invoeren alsook rekeningrijden. Dit zijn overbodige
maatregelen.
Dit zijn een aantal overwegingen om wel of niet op een
partij te stemmen. Zoals gezegd, is er geen enkele partij die consistente
oplossingen biedt voor de problemen waar wij nu mee te maken hebben. Het is
daarom niet makkelijk om een keus te maken, en deze is niet overtuigend. LibDem
ondersteunt daarom de oproep van Bewust Zwevende Kiezer, nl. om op kandidaat
nummer 20 van de gekozen lijst te stemmen. Twintig staat symbool voor twijfel.
Als genoeg kiezers op een kandidaat nummer 20 stemmen, wordt daarmee kenbaar
gemaakt dat de stemmen met de nodige twijfel zijn uitgebracht. Daarmee kan een
signaal worden gegeven.
Sammy van Tuyll