Aanstaande woensdag begint niet alleen de lente, maar is ook
de dag van de gemeenteraadsverkiezingen en het referendum over de sleepwet.
Het kiezen voor de gemeenteraad is niet altijd makkelijk. Ik
weet zelf nog niet op welke partij ik in mijn woonplaats Haarlem zal gaan stemmen.
Het is wel van belang om lokaal te stemmen. Ik bedoel daar niet mee dat uitsluitend
lokale partijen in aanmerking zouden moeten komen. Maar wel dat bij het
uitbrengen van de stem lokale overwegingen de overhand moeten hebben.
Gemeenteraadsverkiezingen zijn niet bedoeld als tussentijdse peiling voor de
landelijke verkiezingen, maar om een goed bestuur voor de gemeente te kiezen.
Dat vergeten de landelijke partijen doorgaans. Zij voeren vaak campagne alsof
het landelijke verkiezingen betreft. Ook de media doen daar gretig aan mee. Zo
werd in Amsterdam enkele weken geleden een debat gehouden tussen personen die
aanstaande woensdag nergens verkiesbaar zijn. Daar heeft de kiezer niets aan.
Evenmin heeft de kiezer iets aan leuzen als ‘goed onderwijs’ en ‘goed klimaat’.
Alsof dat gemeentelijke taken zijn!
De kiezer heeft er iets aan als duidelijk wordt gemaakt wat
de verschillen zijn tussen de partijen die woensdag wel op het stembiljet staan
en welke personen namens die partijen kandidaat zijn. Maar vooral als duidelijk
is welke plannen de partijen met de gemeente hebben, welke visie zij voor de
lange termijn hebben. Besluiten worden immers niet alleen voor de komende vier
jaar genomen, maar hebben vaak gevolgen voor vele jaren daarna. Denk maar aan
besluiten over bestemmingsplannen of over het aanleggen van een weg. Wie
woensdag zijn stem op een serieuze wijze wil uitbrengen stemt dus lokaal, op
basis van lokale overwegingen.
Dan kun je woensdag ook nog je stem uitbrengen voor of tegen
de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), ook wel de
Sleepwet genoemd. Het is helaas vooralsnog het laatste raadgevend referendum. LibDem
is goot voorstander van de parlementaire democratie die wij in Nederland hebben.
Dat houdt in dat je vertegenwoordigers kiest die het bestuur controleren. Maar
soms komen daar besluiten uit, die haaks staan op wat de meerderheid van de
bevolking vindt. En dan is een correctiemechanisme in de vorm van een
raadgevend referendum een heel zinnig aanvullend instrument. Raadgevend, omdat
dat de mogelijkheid geeft dat de gekozen vertegenwoordigers alsnog de wens van
de meerderheid niet volgen. Dat moeten zij dan goed motiveren.
Maar nu wordt het raadgevend referendum afgeschaft, nota
bene door een minister van een partij zich er op beroept bij uitstek
democratisch te zijn. Wij hebben er tot nu toe maar één keer gebruik van kunnen
maken, te weten bij het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne in
2016. Dat het raadgevend referendum – na één ervaring – nu al om zeep geholpen
wordt, komt omdat de Haagse politiek het instrument niet goed begrepen heeft.
Dat begon al met het feit dat veel politici destijds a priori al zeiden dat
zijn de uitslag van het referendum zonder meer zouden volgen. Daarmee wordt het
raadgevende karakter van het referendum miskend. Zij maakten er een soort
bindend referendum van. Ten tweede komt het omdat de Haagse politiek zich niet
echt in de argumenten heeft verdiept waarom de kiezer zijn (afwijzende) stem
heeft uitgebracht. Dat was zo bij het referendum over het verdrag met Oekraïne,
dat was ook zo bij het referendum over de Europese Grondwet in 2005. Het lijkt
er op of de Haagse politiek bang is geweest om naar de argumenten te luisteren.
Een gevolg is dat de politiek het afgewezen besluit – in beide gevallen was het
een Europees verdrag – niet conform de wens van de kiezer heeft kunnen
aanpassen – hetgeen bij een goede inhoudelijke discussie wel mogelijk was
geweest – en dat leidt weer tot frustratie bij de kiezer, die zich in beide
gevallen terecht niet serieus genomen voelt. Spijtig dus dat het raadgevend
referendum voorlopig van de baan is.
En dan de Sleepwet zelf. Het gaat om het aanpassen van het
instrumentarium dat de inlichtingendiensten AIVD en de MID hebben om over onze
veiligheid te waken. Uiteraard moet dat aangepast worden aan de recente
technologische ontwikkelingen. Terecht dat deze diensten daarmee de
mogelijkheid krijgen ook op de kabel bepaalde berichten te onderscheppen. Maar met
deze nieuwe bevoegdheden kan ook de privacy van onschuldige burgers worden
aangetast. Organen als de Raad van State en de Raad voor de Rechtspraak – om er
maar enkele te noemen – hebben daar in hun adviezen bij het wetsvoorstel
kritische kanttekeningen bij geplaatst. En daar is in de parlementaire
behandeling te weinig mee gedaan. Wij hebben nu de mogelijkheid om dat te
corrigeren door tegen de wet te stemmen. Dat betekent niet dat het land
onveiliger wordt, zoals op misleidende wijze door de voorstanders wordt
gesteld. Dat betekent dat de kiezer het parlement adviseert nog eens goed naar
de argumenten van de verschillende adviesorganen te kijken en de wet aan te
passen zodat veiligheid en privacy weer beide gewaarborgd zijn. Een tegenstem
is dus een stem voor een betere wet. En zoals de NRC in haar hoofdartikel van
afgelopen zaterdag concludeert: Veiligheid is een groot goed. Maar privacy is
dat ook. Daar kan niet zorgvuldig genoeg mee worden omgegaan.
Sammy van Tuyll